WRV - tijdschriftartikel.
Om terug te keren naar het verwijzend menu deze pagina afsluiten.

 
TIPS VOOR SAMENSTELLERS
  1. Controleer of elke VRAAG gevolgd wordt door een VRAAGTEKEN en elke OPDRACHT door een PUNT.

  2. Controleer elke VRAAG of OPDRACHT alsook de INLEIDENDE TEKST eraan voorafgaand, op SPELFOUTEN. Immers deelnemers worden verondersteld ervan uit te gaan dat elke typfout opzettelijk bedoeld is.

  3. Controleer elke VRAAG of OPDRACHT alsook de INLEIDENDE TEKST eraan voorafgaand, op de CORRECTHEID van alle TEKSTEN die TUSSEN AANHALINGSTEKENS vermeld staan.

  4. Controleer elke VRAAG of OPDRACHT, alsook de INLEIDENDE TEKST eraan voorafgaand, op het feit of alle ZINNEN waarin verwezen wordt naar te lezen TEKSTEN ( vermeld TUSSEN AANHALINGSTEKENS ) wel degelijk TAALKUNDIG CORRECT geformuleerd zijn.

    V.B. FOUT is: Op welke datum overleed de alhier vermelde “ A. BROS “?

    Dit moet door de deelnemer gelezen worden als: Op welke datum overleed de alhier vermelde TEKST “ A. BROS “. Men laat hier beter de aanhalingstekens weg.

  5. Controleer elke VRAAG of OPDRACHT op het feit of ze wel degelijk ONPERSOONLIJK zijn opgesteld.

    V.B. Hoeveel dieren ziet U hier in de omgeving? Als de deelnemer antwoordt dat hij er maar 3 ziet terwijl er in werkelijkheid 5 zijn, dan kunt U als inrichter zijn antwoord eigenlijk niet fout rekenen want U hebt gevraagd hoeveel dieren de DEELNEMER ziet.
    JUIST
    is: Hoeveel dieren bevinden zich hier in de omgeving van deze driesprong?

  6. Controleer elke VRAAG of OPDRACHT, alsook de INLEIDENDE TEKST eraan voorafgaand, op de WOORDBETEKENISSEN. Doe dit ALTIJD, zelfs als u geen valstrikken wil leggen op woorden met meerdere betekenissen en vermeld bij mogelijke twijfel best de betekenis die U, als inrichter, aan het woord geeft.
    Als U wel valstrikken wil leggen, met het feit dat bepaalde woorden meerdere betekenissen hebben, vermeld dan steeds duidelijk WELK WOORDENBOEK de deelnemer moet gebruiken.

  7. Controleer elke VRAAG of OPDRACHT op het feit of voldoende DUIDELIJK en ONDUBBELZINNIG is aangegeven WAAR DE DEELNEMER MOET ZOEKEN. Als moet gezocht worden op een bepaalde plaats, kies dan de beste plaatsbepaling uit ‘ HIER ‘ of ‘ IN DE OMGEVING VAN ‘ of ‘ OP OF IN DE OMGEVING VAN ‘.
    Werk daarbij best steeds met EXACTE afstanden die u ofwel in de vraag zelf, ofwel in de inleidende tekst, ofwel in het reglement nader bepaalt. Vermeld ook steeds of het herkenningspunt WEL of NIET meegerekend is!

  8. Controleer of elke VRAAG of OPDRACHT werkelijk OPLOSBAAR is aan de hand van het bijgevoegde reglement.

  9. Voor zoektochten waarin er wel gebruik gemaakt wordt van het principe: ‘ Op elke vraag moet telkens ALLE goede antwoorden gegeven worden, zelf als de vraag in het ENKELVOUD gesteld is ’: Controleer elke VRAAG of OPDRACHT waarbij er een APART ANTWOORD moet gegeven  worden PER HERKENNINGSPUNT waar moet gezocht worden, op het feit of deze plaats wordt aangeduid door een BEPAALD LIDWOORD. ( = 'DE‘ of ‘HET‘ )

    V.B 1. Hoeveel maal komt de letter ‘ A ‘ voor op het straatnaambord dat zich hier in de onmiddellijke omgeving van deze driesprong bevindt? Indien er zich DRIE straatnaamborden in de aangegeven ‘ onmiddellijke omgeving ‘ bevinden moet de deelnemer DRIEMAAL antwoorden.

    V.B. 2. Hoeveel maal komt de letter ‘ A ‘ voor op ’ n straatnaambord dat zich hier in de onmiddellijke omgeving van deze driesprong bevindt?  Opgelet wanneer U als inrichter de term ’n gebruikt en het reglement aanduidt dat ‘ n = één of meerdere is. De ervaring leert ons dat de meningen over hoeveel antwoorden op deze vraag moeten gegeven worden, erg verdeeld zijn. Sommige inrichters verwachten hier één antwoord, andere inrichters toch meerdere. Vermijd aldus voorgaande vraagstelling indien U de deelnemer niet wil laten twijfelen.

  10. Wanneer U vreest dat bepaalde antwoorden, na alle bovenstaande richtlijnen te hebben gecontroleerd, toch nog voor meerdere interpretaties vatbaar zijn, dan kunt U de mogelijke ANTWOORDEN nog gaan BEPERKEN. Dit kan o.a. door zelf, na de vraag, een aantal KEUZE ANTWOORDEN op te geven.

We hopen dat bovenstaande richtlijnen een handig HULPMIDDEL mogen zijn voor elke inrichter of controleur die een inspanning wil leveren om tot een zo zuiver mogelijke zoektocht te komen. Anderzijds beseffen we zeer goed dat bovenstaand overzicht nog verre van volledig is om ALLE twijfels uit zoektochten te weren.