WRV - tijdschriftartikel.
Om terug te keren naar het verwijzend menu deze pagina afsluiten.

Hier, in de (onmiddellijke) omgeving.

In deze bijdrage willen we eens niet zozeer ingaan op HOE u tot het juiste antwoord op een (strik)vraag kunt komen maar veeleer op WAAR u dat antwoord kunt of mag gaan zoeken. Een goede zoektochtvraag bevat immers altijd twee elementen:

 

1. Wat moet gezocht worden ?

2. Waar moet/mag gezocht worden ?

In wat volgt gaan we het dus uitsluitend hebben over dat laatste aspect van de vraagstelling dat zeker niet minder belangrijk is dan het eerste om tot een correcte en volledige oplossing van de vraag te komen.

1. HIER

Een eerste mogelijke plaatsbepaling is ‘HIER’.

We geven een voorbeeld:

Hou even verder halt bij de stenen kapel met “1854” erop vermeld.

 

VRAAG: Hoeveel jaartallen uit de 19de eeuw bevinden zich hier ?

Het algemeen zoektochtreglement (VZV-zoektochtengids) zegt over het gebruik van het woord ‘hier’ in een vraag het volgende:

 

E.9. Gebruik van het woord ‘HIER’.

Het woord ‘HIER’ kan en mag nooit betrekking hebben op al wat de deelnemer bij zich draagt. Het kan enkel verwijzen naar de plaats waar de deelnemer zich op dat ogenblik bevindt. Het dient steeds in ruime zin geďnterpreteerd te worden. Van de samensteller wordt verwacht dat hij de zoekruimte zo correct mogelijk omschrijft.

In de meer vertrouwde beknopte reglementen die u bij een zoektocht aantreft, wordt dit reglementpunt meestal als volgt omschreven:

 

Wanneer ‘hier’ wordt gebruikt in een vraag, dan heeft dit nooit betrekking op de zoektochtenbundel zelf.

 

Dat lijkt logisch maar het is toch niet overbodig om dit algemeen geldend reglementpunt steeds in het achterhoofd te houden. Het omgekeerde ervan geldt immers evenzeer: nl. wanneer het woordje ‘hier’ niet wordt gebruikt in de vraag dan kunnen eventueel ook gegevens uit de zoektochtenbundel zélf in aanmerking komen om de vraag op te lossen (zie verder).

Wanneer we nu even terugkeren op onze voorbeeldvraag dan zien we al meteen het belang van het gebruik van dat woordje ‘hier’ in de vraag. Indien het er niet zou staan dan zou de deelnemer die – met zijn zoektochtboekje in de hand – halt heeft gehouden bij de bedoelde stenen kapel kunnen gaan twijfelen of het jaartal “1854” dat vlak boven de vraag in zijn zoektochtenbundel vermeld staat ook moet worden meegeteld om tot het juiste aantal jaartallen te komen. In dit geval is dat dus duidelijk NIET het geval wegens het gebruik van dat simpele woordje ‘hier’ in de vraag.

Zoals de vraag nu gesteld is, kan ze echter toch nog een gevaar inhouden. Vandaar dat het algemeen zoektochtreglement als extra aanbeveling vermeldt: Van de samensteller wordt verwacht dat hij de zoekruimte zo correct mogelijk omschrijft.

Indien zich in de buurt van de kapel uit ons voorbeeld nog andere gebouwen bevinden met jaartallen erop vermeld uit de 19de eeuw, dan stelt zich voor de deelnemer al meteen een ander probleem, nl. wat bedoelt de samensteller precies met ‘hier’ of m.a.w. tot hoe ver mag ik gaan om jaartallen te zoeken ?

2. IN DE (ONMIDDELLIJKE) OMGEVING VAN

Een veelgebruikte en meer exacte manier om de plaats af te bakenen waarin mag gezocht worden naar gegevens om tot het juiste antwoord te komen, is ‘in de omgeving van’ of ‘in de onmiddellijke omgeving van’ als plaatsbepaling in de vraagstelling.

In dat geval moet ofwel in het reglement van de zoektocht, ofwel bij of voorafgaand aan de vraag zelf door de samensteller duidelijk worden aangegeven wat met deze ‘uitdrukking’ bedoeld wordt. Meestal lezen we dan in het bij de zoektocht gevoegde reglement bv. het volgende:

Met ‘in de omgeving van …’ wordt bedoeld ‘binnen een straal van 25 meter van …’. Met ‘in de onmiddellijke omgeving van … ‘ wordt bedoeld ‘binnen een straal van 5 meter van …’.

We formuleren nu ons voorbeeld nog eens opnieuw.

Hou even verder halt bij de stenen kapel met “1854” erop vermeld.

VRAAG: Hoeveel jaartallen uit de 19de eeuw bevinden zich in de omgeving van deze kapel ?

Op die manier weten de deelnemers exact hoe ver van de bedoelde kapel ze mogen op zoek gaan naar de gevraagde jaartallen uit de 19de eeuw.

In principe hanteert men hier uit gewoonte hetzelfde principe als bij het woordje ‘hier’, nl. gegevens uit de zoektochtbundel of andere gegevens die de deelnemer bij zich draagt, mogen niet worden gebruikt om de vraag op te lossen. Strikt genomen zegt het reglement hier echter niets over en zou een nog betere formulering zijn:

VRAAG: Hoeveel jaartallen uit de 19de eeuw bevinden zich hier in de omgeving van deze kapel ?

Op die manier wordt alle twijfel uitgesloten.

Een probleem dat zich bij het gebruik van een formule als ‘in de omgeving van …’ stelt, is het volgende: bevindt de kapel zélf zich in haar eigen omgeving of niet. In het gewone taalgebruik is dat NIET het geval. Als men spreekt van IN DE OMGEVING VAN een voorwerp, dan bedoelt men meestal niet ‘op het voorwerp zelf’. Als in het reglement echter gesteld wordt: met ‘in de omgeving van …’ wordt bedoeld ‘binnen een straal van 25 meter van …’ dan kan men wel aannemen dat de kapel zich binnen een straal van 25 meter van zichzelf bevindt en dus wel meetelt.

Om deze – vaak persoonlijke – interpretatie van het begrip ‘omgeving’ geen rol te laten spelen, wordt in het reglement de betekenis van ‘in de omgeving van …’ (of ‘in de onmiddellijke omgeving van …’ meestal extra verduidelijkt als volgt:

Met ‘in de omgeving van …’ wordt bedoeld ‘binnen een straal van 25 meter van …’ (met inbegrip van het voorwerp zelf).

Met ‘in de onmiddellijke omgeving van … ‘ wordt bedoeld ‘binnen een straal van 5 meter van …’ (met inbegrip van het voorwerp zelf).

(De opgegeven afstanden in meter kunnen natuurlijk variëren van reglement tot reglement).

Ondanks de heel nauwkeurige afstandsbepaling in de vraag die hiermee wordt vastgelegd, wordt aan de samenstellers toch gevraagd er rekening mee te houden dat deelnemers aan een zoektocht niet worden verondersteld professioneel meetgerief (zoals rolmeters, plooimeters, lintmeters e.d.) bij zich te hebben. Het is dan ook aangewezen de ‘omgeving’ of ‘onmiddel-lijke omgeving’ zo te kiezen dat het volstaat deze afstand bij benadering te bepalen, meestal aan de hand van stappen van + 1m. Zo wordt vermeden dat deelnemers een vraag foutief oplossen omdat een bepaald gegeven zich bv. een paar centimeter buiten de opgegeven (onmiddellijke) omgeving bevindt.

Voor de deelnemers hebben we in dat verband trouwens ook nog een tip: de boordstenen van het trottoir zijn (normaal gezien) stenen met een lengte van 1 meter.

3. VOLGENS DE GEGEVENS TER PLAATSE

Een andere manier om aan te geven dat geen gebruik mag worden gemaakt van gegevens uit de zoektochtenbundel zelf of van andere gegevens die de deelnemer bij zich draagt, is het gebruik van de bepaling ‘volgens de gegevens ter plaatse’.

We geven opnieuw een voorbeeld:

Even verder bemerkt u een kerk waaraan werd gebouwd van 1878-1881 naar een ontwerp van architect ‘JOZEF DEGEYTER’. Hou er halt om volgende vraag op te lossen.

VRAAG: Wat is, volgens gegevens ter plaatse, de familienaam van de architect naar wiens ontwerp deze kerk werd gebouwd ?

Veronderstel dat zich aan de gevel van de kerk een bordje bevindt (bv. van de VTB-VAB) met wat extra uitleg over de bouwgeschiedenis van de kerk waarbij op dat bordje o.a. volgende tekst vermeld staat: “De bouw van deze kerk werd aangevat in 1878. De architect ervan was J. DEGEIJTER”.

In dat geval is het enige correcte antwoord op de vraag: “DEGEIJTER” met ‘IJ’ en het antwoord “DEGEYTER’ (met een ‘Y’) zal foutief gerekend worden.

Er wordt immers gevraagd naar de naam van de architect volgens gegevens ter plaatse.

Wanneer ‘volgens gegevens ter plaatse’ wordt gebruikt in een vraag, dan wordt steeds bedoeld: ‘volgens gegevens die zijn aangebracht op de plaats waar de vraag moet worden opgelost’. Dit heeft nooit betrekking op gegevens in de zoektochtenbundel zelf.

4. VOLGENS GEGEVENS

Soms wordt in een vraag gebruik gemaakt van de formulering ‘volgens gegevens’.

Wanneer een vraag deze formulering bevat en niet het woordje ‘hier’ dan betekent dit dat alle gegevens die u als deelnemer mag gebruiken in aanmerking komen om de vraag op te lossen.

Maar welke gegevens mag u als deelnemer in een zoektocht gebruiken om de vragen op te lossen ?

Het algemeen zoektochtreglement (VZV-zoektochtengids) zegt daarover het volgende:

F.7. Vragen die nooit mogen worden gesteld.

F.7.1. Zoektochtvreemde vragen.

Dat zijn vragen die niet ter plaatse oplosbaar zijn aan de hand van de aldaar te vinden teksten, voorwerpen of afbeeldingen en de eventuele mededelingen van de samensteller.

In de meer vertrouwde beknopte reglementen die u bij een zoektocht aantreft, wordt dit reglementpunt meestal als volgt omschreven:

Alle vragen kunnen worden opgelost aan de hand van de gegevens langsheen het parcours en de informatie in deze zoektochtenbundel. U mag geen andere naslagwerken (behalve het Prisma-woordenboek 43ste druk) gebruiken om de vragen op te lossen.

Wanneer we nu de vraag van voorgaand voorbeeld lichtjes aanpassen, dan krijgen we het volgende:

Even verder bemerkt u een kerk waaraan werd gebouwd van 1878-1881 naar een ontwerp van architect ‘JOZEF DEGEYTER’. Hou er halt om volgende vraag op te lossen.

VRAAG: Wat is, volgens gegevens, de familienaam van de architect naar wiens ontwerp deze kerk werd gebouwd ?

In de veronderstelling dat in het reglement van de zoektocht wordt gesteld dat meerdere goede antwoorden op een vraag mogelijk zijn, ook als die in het enkelvoud is gesteld, dan zou u hier twee antwoorden moeten geven, nl. “DEGEIJTER” en “DEGEYTER”.

Het eerste antwoord (schrijfwijze met ‘IJ’) is ter plaatse te vinden en dat is dus een gegeven dat u zeker mag gebruiken. Aangezien de vraag het woordje ‘hier’ niet bevat en er ook niet gevraagd wordt om (enkel maar) de ‘gegevens ter plaatse’ te gebruiken, mag u ook gebruik maken van de gegevens uit uw zoektochtenbundel, nl. de door de samensteller vermelde schrijfwijze (met ‘Y’). Trouwens, de meeste reglementen vermelden ook nog eens (voor alle zekerheid) dat alles wat door de samensteller wordt meegedeeld als waarheid mag worden beschouwd.

Als u thuis in één of andere toeristische gids of in een encyclopedie of in een artikel op internet zou vinden dat de familienaam van de architect bv. ‘DEGYTER’ is (zonder ‘E’ voor de ‘Y’) en u vermeldt dat antwoord er ook nog bij, dan zal dat antwoord normaal gezien als FOUTIEF worden beschouwd aangezien u dat gegeven helemaal niet mocht gebruiken om de vraag op te lossen. U gebruikte immers een ander naslagwerk en dat is volgens het reglement niet toegelaten.

Jos Claeys