WRV - tijdschriftartikel.
Om terug te keren naar het verwijzend menu deze pagina afsluiten.

 
Twee borden maken het dubbel antwoord NIET!

In heel wat zoektochten die in onze contreien worden ingericht wordt gebruik gemaakt van het principe van meerdere goede antwoorden. Daarmee wordt bedoeld dat op een vraag die in het ‘enkelvoud’ is gesteld toch meerdere antwoorden juist kunnen zijn. In zo’n geval wordt van de deelnemer verwacht dat hij ALLE juiste antwoorden op zijn antwoordblad noteert. 

We geven even een voorbeeld.

Veronderstel dat u als deelnemer op een plaats komt waar DRIE borden zijn aangebracht zoals hieronder voorgesteld. 
 


BRUSSEL

LEUVEN

GENT

HASSELT

KORTRIJK
 

 

 


BRUSSEL

PARIJS

AMSTERDAM

 



LICHTERVELDE

TORHOUT

OOSTENDE

ROESELARE

VRAAG 1:   Hoeveel verschillende gemeentenamen zijn hier vermeld op het bord met “BRUSSEL” ?

Mogelijke antwoorden:    1    -    2    -    3    -    4    -    5    -    6    -    7    -    8.

Zoals u ziet zijn er TWEE borden waarop het woord “BRUSSEL” voorkomt. Op het linkse bord komt “BRUSSEL” voor en op dit bord staan 5 (verschillende) gemeentenamen vermeld. Ook op het middelste bord komt echter “BRUSSEL” voor en op dat bord staan 3 (verschillende) gemeentenamen vermeld.

Op deze vraag moeten dus TWEE juiste antwoorden worden gegeven, nl. 5 en 3

Een deelnemer die slechts één van deze antwoorden invult op zijn antwoordblad, krijgt hiervoor strafpunten toegekend omdat hij NIET ALLE juiste antwoorden geeft. 

Dit is wat men noemt een vraag met een dubbel antwoord of, meer algemeen, een vraag met meerdere goede antwoorden. Dit soort valstrik komt u wellicht bekend voor. 

We geven nog even een tweede voorbeeld: 

VRAAG 2:   Wat is de langste gemeentenaam die hier vermeld is op het bord met “BRUSSEL” ? 

Aangezien er opnieuw TWEE borden te vinden zijn waarop “BRUSSEL” voorkomt, hebben we hier weer te maken met een zogenaamde vraag met een dubbel antwoord

Op het linkse bord komt “BRUSSEL” voor en de langste gemeentenaam die op dit bord vermeld is, is “KORTRIJK”.

Ook op het middelste bord komt “BRUSSEL” voor en de langste gemeentenaam die op dat bord vermeld is, is “AMSTERDAM”.

Als deelnemer verliest u dus weer punten indien u slechts met één van deze twee namen zou antwoorden. 

Een heel belangrijk woord in beide vragen die we als voorbeeld gebruikten, is het woord ‘het’ in het zinsdeel: het bord met “BRUSSEL”. Het woordje ‘het’ is, net zoals het woordje ‘de’ een BEPAALD LIDWOORD.

Dat betekent dat het woord een voorwerp of persoon EXACT BEPAALT. Door dat EXACT BEPALEN verplicht de inrichter de deelnemer eigenlijk om een dubbel antwoord te geven.

Als je aan een niet-zoektochter hier volgende vraag zou stellen:

Hoeveel gemeentenamen zijn vermeld op HET bord waarop zowel “BRUSSEL” als “LEUVEN” voorkomt ?

Dan zou die niet-zoektochter zonder probleem antwoorden: 5.

Als je echter aan een niet-zoektochter volgende vraag stelt (vergelijkbaar met onze ‘vraag 1’):

Hoeveel gemeentenamen zijn vermeld op HET bord waarop “BRUSSEL” voorkomt ?’

Dan zou die niet-zoektochter reageren met: ‘Ja maar, welk bord bedoel je ? Hier zijn twee borden waarop “BRUSSEL” voorkomt ?

Door ‘HET’ te gebruiken doet de inrichter alsof hij een bord exact bepaalt maar hij is niet duidelijk genoeg in zijn bepaling zodat de deelnemer niet weet welk bord hij bedoelt. Juist doordat de inrichter niet duidelijk genoeg is, is de enige mogelijkheid voor de deelnemer om dan maar een antwoord te geven voor elk van beide borden apart.

Onze bewering van daarnet wordt dus eigenlijk: Door niet voldoende EXACT te BEPALEN verplicht de inrichter de deelnemer eigenlijk om een dubbel antwoord te geven.

Als in een vraag echter het ONBEPAALD LIDWOORD ‘EEN’ of ‘ ‘N ‘ wordt gebruikt, dan is er helemaal geen dubbel antwoord meer nodig. Antwoorden met een dubbel antwoord is in zo’n geval zelfs FOUT.

VRAAG 3:   Hoeveel verschillende gemeentenamen zijn hier vermeld op een bord met “BRUSSEL” ?

Mogelijke antwoorden:    1    -    2    -    3    -    4    -    5    -    6    -    7    -    8.

(We hebben in VRAAG 1 het woordje ‘het’ vervangen door het woordje ‘een’)

Hoe los je deze vraag op ? We moeten gemeentenamen zoeken die vermeld zijn op een bord met “BRUSSEL”

Wel er zijn hier 11 verschillende gemeentenamen vermeld, nl. AMSTERDAM, BRUSSEL, GENT, HASSELT, LEUVEN, KORTRIJK, LICHTERVELDE, OOSTENDE, PARIJS, ROESELARE en TORHOUT.

Van die 11 verschillende namen staan er 7 op een bord met “BRUSSEL” en dat was juist wat de inrichter vroeg. Het (ENIGE) juiste antwoord is in dit geval dus ‘7’. Als u zou antwoorden met ‘5’ dan betekent dat eigenlijk dat “PARIJS” en “AMSTERDAM” volgens u niet op een bord met “BRUSSEL” staan. Vandaar dat ‘5’ (en ook ‘3’ trouwens) in dit geval foute antwoorden zijn.

Als we nu ook in VRAAG 2 het lidwoord ‘het’ gaan vervangen door ‘een’, dan wordt dat:

VRAAG 4:   Wat is de langste gemeentenaam die hier vermeld is op een bord met “BRUSSEL” ?

We weten reeds dat er 7 verschillende gemeentenamen op een bord met “BRUSSEL” staan. Dan is het wellicht ook zonder meer duidelijk dan van die 7 namen “AMSTERDAM” de langste is. Dit is dan ook opnieuw het (ENIGE) juiste antwoord.

Hier stelt zich het probleem niet dat u zich moet gaan afvragen ‘welk bord bedoelt de inrichter eigenlijk ?’.

In de vraag staat ‘een’ bord, d.w.z. een niet nader bepaald bord of m.a.w. om het even welk bord ... als er maar “BRUSSEL” op staat.

Als besluit zouden we dus, verwijzend naar de titel kunnen stellen:

Het is niet het feit dat zich hier twee borden met “BRUSSEL” bevinden dat beslist dat de deelnemer een dubbel antwoord moet geven. Het is het feit dat de inrichter in zijn vraag het bepaald lidwoord ‘het’ gebruikt om naar zo’n bord te verwijzen dat ervoor zorgt dat de deelnemer verplicht is om een dubbel antwoord te geven.

Hopelijk maakten bovenstaande voorbeelden duidelijk wat we met de titel van dit artikel bedoelden.

Een andere mogelijke titel en misschien nog een beter geheugensteuntje zou kunnen zijn:
 

Het bepaald lidwoord maakt het dubbel antwoord !

We sluiten af met nog een voorbeeld uit onze laatste Feestzoektocht.

In dit olympisch jaar mag een vraag over de olympische symbolen zeker niet ontbreken.

Op de zich hier boven “ ZWEMBAD ” bevindende wegwijzer met “ SPORTCENTRUM ” heeft men een aantal olympische ringen afgebeeld (geen val) maar men heeft zich blijkbaar vergist van aantal.

VRAAG 22:   Hoeveel bedraagt het verschil tussen het aantal olympische ringen dat hier nabij dit kruispunt op een wegwijzer met “ SPORTCENTRUM ” is afgebeeld en het officieel aantal olympische ringen ?

Mogelijke antwoorden:     0     -     1     -     2     -     3    -    4.
 

 Op het bedoelde kruispunt waren TWEE wegwijzers te zien met “SPORTCENTRUM”. Eén van deze wegwijzers bevond zich boven de tekst “ZWEMBAD”, zoals aangegeven door de inrichter, de andere bevond zich op de tegenoverliggende hoek van het kruispunt. Op elk van beide wegwijzers waren 3 olympische ringen afgebeeld.

Er wordt gevraagd naar ringen die zich op ‘een’ (= om het even welke) wegwijzer bevinden ... als er maar “SPORTCENTRUM” op staat. Dit geeft 6 (afgebeelde) ringen – 5 (officiële) = 1.

Jos Claeys