WRV - tijdschriftartikel.
Om terug te keren naar het verwijzend menu deze pagina afsluiten.

 
Een verkleinwoordensoepje van "ingetjes" en  "inkjes"

Nu er bovenop een alweer vernieuwde spelling in een “Groen Boekje” ook nog een concurrerend “Wit Boekje” verschenen is met de spelling die de Nederlandse kranten vanaf nu willen voeren is de spellingsoep wel helemaal compleet. Tot vorig jaar hadden we het nog over de Middeleeuwen; nu moeten wij Belgen spreken over de middeleeuwen (geen hoofdletter) maar gaan de noorderburen (of zijn het toch Noorderburen?) even vrolijk weer “Middeleeuwen” schrijven. Met deze inleiding verwacht de lezer allicht dat ik het over het gebruik van hoofdletters ga hebben maar nee: aan deze hete soep wil ik mijn vingers niet branden. Laten we het liever eens hebben over iets waar ik na lang grasduinen eindelijk min of meer sluitende regeltjes over gevonden heb. Hoe schrijf je de verkleinwoorden van al die woordjes in onze taal die op “...ING” eindigen? Is het een “verzekeringetje” of een “verzekerinkje”? Een “vormingetje” of een “vorminkje”? Een “leerlingetje” of een “leerlinkje”? Een “koningetje” of een “koninkje”?

 Eerste Regel:

Alle éénlettergrepige woorden die op ING eindigen krijgen een verkleinwoord dat eindigt op “ETJE”.

Dingetje, ringetje, kringetje, stringetje.

 Tweede Regel: Let op de lettergreep juist voor de slotlettergreep met ING.

Als de laatste lettergreep VOOR die ing-uitgang klankhebbend is zoals in vorming, werking, speling, dan krijgen we een KJE-uitgang voor het verkleinwoord.

Vorminkje, werkinkje, spelinkje, vertellinkje, noterinkje, woninkje, falinkje.

Is die lettergreep klankloos (een doffe e of i ), dan wordt het een ETJE-verkleinwoord.

Verzekeringetje, oefeningetje, regelingetje, aankondigingetje, kruisigingetje.

Uitzondering :  Jawel... wat dacht je?

De verkleinwoorden van persoonsnamen (namen van mensen) worden altijd geschreven met de ETJE-uitgang.

Leerlingetje, tweelingetje, vierlingetje, aardlingetje, kleurlingetje.

En... zijn er nog uitzonderingen op deze uitzondering ?

Voor één keertje valt dat nogal mee...

Maar een vrij opvallend voorbeeld is toch:  koning > koninkje  (en NIET koningetje, hoewel het toch duidelijk om een persoon kan gaan)

Vergeet tenslotte niet:

Voor samengestelde woorden kijken we alleen naar het laatste deelwoord = het woord dat op ING eindigt.

Vandaar:

veerring > veerringetje (omdat je het verkleinwoord moet vormen van RING)

onding > ondingetje (hoewel de lettergreep ON klankhebbend is, krijg je toch ...etje, omdat je naar het woord DING moet kijken)

Is daarmee het hele ingetjes-verhaal verteld?

Waarschijnlijk niet want terwijl ik deze tekst schreef heb ik mijn mening wel zes keer moeten herzien... Maar het nog ingewikkelder maken, heeft hoe dan ook geen zin ...

                                    
   Wieltje of voor één keertje misschien Wielinkje?  (= draaikolk)