WRV - tijdschriftartikel. ( 1994 en 2003)
Om terug te keren naar het verwijzend menu deze pagina afsluiten.
Afbeeldingen van ...
U hebt
het in een zoektocht zeker al vaker meegemaakt: u moet ergens
binnengaan in één
of ander kapelletje waar heel wat heiligen zijn afgebeeld en de
inrichter vraagt
u ‘deze te tellen’. Of u moet ergens de verschillende kapelletjes van
een
ommegang of de staties van een kruisweg aflopen en personen of dieren
tellen die
in deze kapelletjes of op deze staties zijn afgebeeld. Meestal noemt
men
dergelijke vragen ‘gewone telvragen’. Het antwoord op dergelijke
zogezegd
‘gewone telvragen’ hangt echter af van de manier waarop de inrichter
zijn
vraag PRECIES FORMULEERT. Er zijn immers heel wat mogelijkheden... en
elk van
die mogelijkheden heeft vaak een ander antwoord tot gevolg.
Niet
alle inrichters springen even nauwkeurig om met deze formuleringen en
sommige
ervan zijn nog steeds ‘hete hangijzers’ waarover de meningen verdeeld
zijn.
We zullen daarom hier de meest voorkomende gevallen even naast elkaar
plaatsen
en ook inzake één van deze ‘hete hangijzers’ een standpunt innemen dat
volgens ons het meest logisch lijkt.
Veronderstel
dat u zich in een kapel bevindt waar u volgende zaken aantreft:
* een
afbeelding van Christus aan het kruis.
* een beeld van de heilige familie (= Maria, Jozef en Jezus)
* een afbeelding van O.-L.-Vrouw van Lourdes.
* een schilderijtje waarop het Laatste Avondmaal is afgebeeld. (Jezus
met 12
apostelen)
* een afbeelding van de heilige Rochus.
* een H.Hartbeeld.
1 ste
mogelijkheid: Hoeveel afbeeldingen van
een persoon....
Veronderstel
dat de inrichter in deze kapel zijn vraag als volgt formuleert:
VRAAG:
Hoeveel afbeeldingen van een persoon bevinden zich
hier in deze
kapel?
Volgens
het zoektochtenreglement geldt ( let op:
zie aanvulling achteraan: dit
reglementspunt is gewijzigd.) :
“ een =
één = 1 en slechts 1 “.
De vraag
wordt dus:
VRAAG:
Hoeveel afbeeldingen van 1 en
slechts 1 persoon bevinden zich ... ?
Het
antwoord luidt in dit geval: 4.
(Christus
aan het kruis, O.-L.-V. Van Lourdes, heilige Rochus en H.Hart.)
2 de
mogelijkheid: Hoeveel afbeeldingen van
personen...
VRAAG:
Hoeveel afbeeldingen van personen bevinden zich hier
in deze kapel?
Veel
beginnende zoektochters en ook wel sommige inrichters formuleren hun
vraag op
deze manier wanneer ze eigenlijk wilden vragen “ Hoeveel personen zijn
er in
de kapel afgebeeld? “! Nochtans: wanneer de vraag geformuleerd wordt
als
‘... afbeeldingen van personen...’ dan moeten ‘afbeeldingen van PERSONEN’ worden geteld! Let op de meervoudsvorm.
Wat is een afbeelding van “personen”? Dit is een afbeelding van twee
of meer personen.
Het
juiste antwoord in dit geval luidt: 2.
(beeld
van de heilige familie en het schilderijtje van het Laatste Avondmaal)
3 de
mogelijkheid: Hoeveel afbeeldingen van
’n persoon...
VRAAG:
Hoeveel afbeeldingen van ’n persoon bevinden zich in
deze kapel?
Deze
manier van formuleren raden wij ten zeerste af en zouden we liever zien
verdwijnen. We verduidelijken hier even waarom:
Volgens
het algemene zoektochtenreglement geldt dat wanneer men ’n
gebruikt in plaats van een
hiermee niet het telwoord 1 bedoeld
wordt maar wel het lidwoord zoals in
onze dagelijkse omgangstaal. ( nvdr: lees
in dit verband zeker de noot van de redactie onderaan dit artikel!) Een
inrichter gebruikt dus best ’n
wanneer het niet zijn bedoeling is om een valstrik te
leggen op het feit dat
het maar om ‘ 1 en slechts 1’ mag gaan.
We
kunnen bovenstaande vraag dus als volgt lezen:
VRAAG:
Hoeveel afbeeldingen van 1 of meer personen bevinden
zich in deze kapel?
Wanneer u
de vraag in deze vorm bekijkt dan zou u wellicht geneigd zijn om te
antwoorden: 6.
( de zes bij het begin van
dit artikel aangegeven
herkenningspunten in de kapel)
In de
praktijk hebben we deze vraag echter al enkele keren in zoektochten
ontmoet
en... wat blijkt? Als inrichters hun vraag op die manier formuleren dan
bedoelen
ze meestal niet dat we afbeeldingen
moeten tellen van een of meerdere personen maar dat we het aantal personen
moeten tellen die op die afbeeldingen voorkomen. Het antwoord van de
meeste
inrichters op deze vraag zal dan ook niet 6
zijn maar 20. (het totale aantal
personen dat op de afbeeldingen voorkomt.)
Wij
stellen dan ook voor om deze TWIJFELACHTIGE en BETWISTBARE formulering
niet te
gebruiken want deze manier van vraagstellen heeft al vaak voor
discussie en
verwarring gezorgd.
Beter en
correcter is de vraag als volgt te stellen:
VRAAG: Hoeveel
personen zijn hier in dit kapelletje afgebeeld?
Nu
vraagt de inrichter werkelijk wat hij de deelnemers wilde laten tellen,
nl. het
aantal personen die zijn afgebeeld en dat zijn er inderdaad 20.
Jos
Claeys, april 1994.
Nvdr:
Het “oude”
reglementspunt “een = één = 1 en slechts 1” is ondertussen uit het officiële
zoektochtenreglement verdwenen. Slechts heel sporadisch tref je nog
een inrichter aan die dit principe hanteert. Meestal geldt nu “een =
een of meerdere = het gewone onbepaalde lidwoord”. Volgens het
nieuwe reglement is mogelijkheid 1 uit het bovenstaande artikel
hetzelfde geworden als mogelijkheid 3. Toch blijft het artikel nog
steeds actueel want ook nu nog moet je een duidelijk verschil maken
tussen “ Hoeveel afbeeldingen van een persoon.... “ en “ Hoeveel
afbeeldingen van personen...” ! Deze laatste formulering zou nog
steeds moeten slaan op afbeeldingen waarop meer dan één persoon is
afgebeeld. Helaas... WEES OP UW HOEDE! Heel vaak, echt HEEL vaak,
zal de inrichter die vraagt “Hoeveel afbeeldingen van personen...”
ook in 2003 nog steeds bedoelen “Hoeveel personen zijn afgebeeld...”
! Na tien jaar hebben we eerlijk gezegd weinig hoop om aan dit oud
zeer nog te kunnen verhelpen, maar wie weet?
Nvdr2: Ook
in 2015 is dit artikel actueel gebleven. En helaas is het ook nu nog
steeds zo dat vragen "hoeveel afbeeldingen van personen..." tot
verwarring leiden. Dus ook nu nog steeds : WEES OP UW HOEDE !! En...
heren en dames samenstellers? Met een beetje goeie wil moet dit
probleem toch ooit eens de wereld uit kunnen geraken?
|